Kinderen informeren

In het Verdrag van de Rechten van het Kind is in artikel 17 beschreven dat kinderen recht hebben op informatie over zaken die voor hen belangrijk zijn. Als het gaat over ernstige ziekte, grote zorgen of de dood zijn volwassenen geneigd om kinderen onvoldoende te betrekken bij wat er gebeurt in een poging hen te beschermen. Het op een passende en afgestemde manier geïnformeerd worden over wat er gebeurt in hun leven of met hun dierbaren is niet alleen een recht maar ook van grote waarde in het leren omgaan met alles wat moeilijk is.

In het boek "Jong verlies" van Riet Fiddelaers-Jaspers staat op een laagdrempelige manier beschreven hoe je kinderen serieus kunt nemen in hun beleving van de situatie die zich voordoet. En dat je hen op een duidelijke en geruststellende manier informatie kunt geven over wat er allemaal gebeurt of wat ze kunnen verwachten. Gelukkig zijn steeds meer uitvaartondernemers zich bewust van het belang om kinderen te betrekken bij het afscheid van een dierbare en bij de rituelen die volgen na het overlijden. Waar vroeger, in mijn kindertijd in de jaren 70,  de kinderen vaak weg werden gehouden van de uitvaartdienst en begrafenis, worden zij nu steeds vaker nadrukkelijk betrokken. Ze worden in het ideale geval begeleid in het bezoeken van het dode lichaam (heel belangrijk om het besef van dood te leren), ze mogen de kist verven, een kaars aansteken en krijgen uitleg over het verdriet dat ze zien (in plaats van het wegwuiven; nee hoor, mama is niet aan het huilen...). 

Kinderen kunnen rond een overlijden, maar ook in emotionele situaties als een scheiding onomwonden vragen stellen over wat zij zien en denken. Wanneer je als volwassene twijfelt over een passend antwoord is het altijd een optie om het kind te vragen "Wat denk jij zelf?" Vaak hebben kinderen namelijk voor zichzelf wel een antwoord en daarop kun je dan aansluiten.

Probeer in elk geval te voorkomen dat je kinderen voorwendt dat er niets aan de hand is terwijl er grote gebeurtenissen plaatsvinden in het gezin waar zij in wonen. Geef hen eventueel beperkte informatie waarom mama moet huilen of waarom papa steeds naar oma gaat. Hiermee geef je hen erkenning op het feit dat zij voelen en ervaren dat er inderdaad iets is en maak je hen deelgenoot van de moeilijke dingen die kunnen gebeuren in een leven. Wanneer je ze voorhoudt dat er niets aan de hand is terwijl zij dat wel voelen en aan je kunnen zien sluit je hen buiten. Dan bestaat de kans dat zij zelf gaan bedenken wat er aan de hand kan zijn en dat zij misschien schuld hebben aan het verdriet en de emoties die zij bij hun ouders zien.